Schrappen talenopleidingen door universiteiten
Als bestuur van Levende Talen maken we ons ernstig bezorgd over de voorgenomen opheffing van taal- en cultuurstudies bij verschillende universiteiten. Naar aanleiding daarvan hebben we brieven geschreven aan de minister van OCW, de Colleges van Bestuur van de universiteiten Utrecht en Leiden, de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van de Tweede Kamer en de voorzitter van het overleg van geesteswetenschappelijke faculteiten (DLG) en hen opgeroepen hierin hun verantwoordelijkheid te nemen.
De inhoudelijke argumentatie van deze brieven was de volgende.
Als bestuur van de Vereniging van Leraren Levende Talen in Nederland zijn we geschokt door de melding vanuit verschillende universiteiten, dat talenopleidingen zullen worden opgeheven.
De Universiteit Utrecht is van plan onder andere Arabisch, Duits, Frans en Italiaans op te heffen, talen die ook in het voortgezet onderwijs worden onderwezen. In Leiden worden de specialisaties Arabisch en Turks mogelijk geschrapt. Daarnaast wordt overwogen de schooltalen Duits, Frans en Italiaans op te laten gaan in brede bachelorstudies.
Ook Spaans, de op één na meest gesproken taal ter wereld, staat onder druk. De Universiteit Leiden heeft decennialang expertise opgebouwd in Spaanse en Latijns-Amerikaanse studies en biedt als enige in Nederland een multidisciplinaire bachelor die diepgaand inzicht geeft in Latijns-Amerika. Het verlies van deze unieke opleiding zou Nederland en Europa hard raken, omdat het een cruciaal kanaal vormt voor kennis en begrip van deze regio.
Al de genoemde en nu bedreigde opleidingen zijn essentieel voor de ontwikkeling van hoogopgeleide professionals in diplomatie, internationale betrekkingen en economische sectoren en hebben strategisch belang voor de versterking van vitale contacten tussen landen in Europa en de rest van de wereld. Het behoud van deze expertise is noodzakelijk in de huidige geopolitieke context: verbindingen kunnen maken is belangrijker dan ooit.
Zoals bekend, zijn er tekorten aan leraren in de vreemde talen, met name bij Frans en Duits, maar ook bij andere talen, niet alleen in het eerstegraads, maar ook in het tweedegraads gebied. Die zullen bij ongewijzigd beleid alleen maar stijgen. Het opheffen van talenstudies verergert dit probleem.
De expertise van talenopleidingen zou volgens de universiteiten terugkomen in bredere bachelor-opleidingen, maar drie problemen worden hierbij niet opgelost:
1. De afzonderlijke talen worden door deze maatregelen onzichtbaar gemaakt.
2. De mogelijkheid om vanuit dergelijke opleidingen door te stromen naar een
lerarenopleiding in één van de schooltalen is niet geregeld.
3. Over de vakinhoudelijke bekwaamheid en met name het taalvaardigheidsniveau
bij dergelijke brede opleidingen, nodig voor instroom in de universitaire
lerarenopleiding, is niets vastgelegd.
Ook concentratie van opleidingen in ‘landelijke’ opleidingen helpt niet: deze zijn niet aantrekkelijk voor studenten wegens de reistijd en bieden geen mogelijkheid om in de regio met scholen en andere organisaties samen te werken.
Op dit moment worden de kerndoelen en examenprogramma’s voor de moderne vreemde talen herzien. De tot nu toe ontwikkelde ideeën laten zien, dat hiermee de talen voor een bredere groep leerlingen aantrekkelijker gemaakt gaan worden. Ook zullen de talenvakken beter aansluiten bij de inhouden van taal- en cultuuropleidingen in het hoger onderwijs. De verwachting is dat de belangstelling voor deze opleidingen in de toekomst vergroot wordt.
Daarmee zijn de aangekondigde sluitingen prematuur:
– ze dragen bij aan het toch al bestaande lerarentekort;
– ze houden geen rekening met kansen in de nabije toekomst.
Deze besluiten tot sluiting zijn kennelijk ingegeven door financiële problemen. De talenopleidingen zijn te belangrijk om dergelijke keuzes louter door de huidige studentenaantallen te laten bepalen. Gezien het onomstreden belang van beheersing van vreemde talen zijn – in ieder geval voor de komende jaren – specifieke maatregelen noodzakelijk om het aantal talenstudies in Nederland niet verder te laten dalen.
Moderne vreemde talen beheersen betekent onder andere begrijpen, hoe mensen in andere landen, over de hele wereld, zich verhouden tot de werkelijkheid. Kennis van de buurtalen, maar ook van veel gebruikte andere talen blijft op nationaal niveau van belang voor de coherentie in onze samenleving.